New Year, New You

Ze opende haar ogen die bewuste ochtend. Het was koud, dat voelde ze heel goed. Het raam had opengestaan die nacht, terwijl een mist over het land trok. Maar diezelfde mist leek het verleden bedekt te hebben. Langzaam stond ze op en liep naar een spiegel.
De uitgelopen makeup op haar gezicht was de enige herinnering die zich nog restte van wie ze was. En zelfs die was vervaagd.

Minutenlang tuurde ze in de laatste glinsteringen van het verlopen kunstwerk. Tot ze zich losrukte van de beeltenis en een fles makeup remover en wat watjes ontdekte. Ze begon de makeup van haar gezicht te halen en zag de stralende schoonheid die eronder lag. Waarom was dat bedekt geweest?
Ze vond sokken, maar trok ze niet aan, hoe koud het ook was. Waarom zou je de aarde waarop je loopt niet willen voelen? Iedere stap gaf zoveel gevoel, waarom zou je dat willen blinddoeken?
In een hoek viel haar oog op een prachtige jurk. Had die haar lijf versierd? Haar dans versterkt? Haar schoonheid opgetrokken of bedekt? Terwijl ze daar verwonderd stond met het stuk stof in haar handen hoorde ze een vreemd geluid.
Een oorverdovend gepiep, getingel en gebliep verbrak de stilte waarin haar gedachten rondzweefden. Het kwam vanuit het raamkozijn. Ze trok de gordijnen open en het licht van een nieuwe dag verblindde haar voor even.

Daar stond ze, stil, met het gordijn in haar handen de wereld in te kijken. Er lag een hele wereld achter het doek van de kamer waarin ze wakker werd. In het kozijn zag ze de herriemaker. Een lichtgevend klein plat doosje waarop tientallen keren het bericht “Gelukkig Nieuw Jaar” stond. Iedere keer met een andere naam. En een datum: 1 januari 2020. De mist was over haar verleden neergestreken, en wie ze was geweest herinnerde ze zich niet meer. Maar één ding was voor haar zeker: dit was de dag waarop haar leven zou beginnen.

En de wereld lag op haar te wachten, daar achter dat gordijn.

Misty Blindfold 2020

Het was een mooie route vandaag; in het donker, dicht opgetrokken mist. Mijn hart maakte een sprongetje. Het heeft iets magisch om de wereld om je heen niet te zien. Blind een nieuw avontuur in te springen. De wereld een leeg canvas die gevuld kan worden met al die dromen die tot nu toe aan de binnenkant van mijn ogen bleven plakken. Misschien was mijn 2019 mascara net iets te plakkerig, of te zwaar zodat ik niet zo goed kon zien wat er voor mijn neus ontvouwde. Mijn playlist begint ‘Eyes wide shut’ te spelen. Ik brul mee op de toepasselijkheid van het moment. Een blinde reis, op weg naar een heerlijke rustige avond, maar onderweg een wild feest. Het is een prachtige metafoor om 2020 mee in te rijden. Blind het avontuur in, de wereld die ik nog mag vormen. Want in 2020 is ineens weer alles mogelijk.

Ik wens jullie een magistraal, fantastisch, avontuurlijk, liefdevol 2020 met alle ruimte voor ondeugende fratsen en bulderende lachbuien borrelend in je buik van je tenen tot je kruin! Mogen sommige dromen waarheid worden, maar bovenal: Geniet!

Alle liefs!

Janet

 

*Eyes wide shut, een song van Bukahara. Zoek ‘m op Spotify!

Memory lane

I took a different route tonight. No particular reason, just winging it as usual. I never take this route, but still it looks strangely familiar. At the crossing I look up to read the sign. MEMORY LANE. I remember now. In the black of night I see strange sparkles down the sides of the road. I roll down my window to take a closer look. An old shed, stacked to the roof, filled with the smell of memories pre-dating a war everyone is so eager to forget yet still honoring its remembrance. I see the big dogs and this little red headed girl playing with them. Rolling around carelessly. Another sparkle shows me the outdoor toilet where you’d freeze your butt off in the winters but it was worth the rosehip lemonade you knew was waiting for you inside. I see the old furniture and my favorite aunt shelling fava beans.

I notice that I am slowing down, I never slow down.

Heck I was upset with myself earlier this evening for being lasered when I knew the camera was right there. I look at another sparkle. Is that…? Yes, that is me wandering aimlessly on this tiny ledge before the church. Inside that church are so many more. Isn’t that granddad with candy? Is that me on the church’s stage? My grandparents. Oh how I loved picking fruit with them in their garden. But I’m digressing. I look up and see so many more sparkles. So many more down memory lane.

Remember that time in that old haunted house? It yells at me. Remember you going up the stairs in that old mansion to find an old lady in the shadows of the attic that handed you a necklace?

The shadow is setting in while I hear this dull voice trying to yell at me: REMEMBER!

My childhood was nothing short of a book ROALD DAHL would write about. But still, the voice was going faint. And as I was driving I could see the shadow coming in. Wailing around, knocking everything down. It hit her, that sweet little girl, she never saw it coming. All of the sudden the lights go dim. No! No! Not now! I hit the brakes, I jump out of my car and I turn around. I look at the shadow that is trying to overtake all of this. I stand there, I just stand there. I am trying to yell, but nothing comes out.

What the F@&$? Am I just standing here while this shadow is overtaking all of my beloved memories? I.Will.Not.Let.That.Happen.Ever!

The shadow has gotten over my head by now. It is trying to get rid of all the sparkles. It is trying to fade them out of memory lane.

I was still holding on to the door of my car, but I am letting go now. I am letting go while I turn to the shadow and yell from the top of my lungs:

No! This is MY STORY! When did you ever think it was OK to take over? To take over MY story? To take over my pen? To write your own? The shadow just laughs and shows me his grounds.

I look up and see an apartment building standing on my memory. The shadow grins at me and says “you’ll never win”

And I grin back, sparkling all over. “Oh no, I already did”.

The Pirate Princess – Part III

Once upon a time there was a Pirate Princess. Adventurous at heart, she wandered wherever her feet would take her. She ran, she sailed and now found herself on the shore of the seas that had carried her for such a long time. Only this time she had her back to it. She just woke up from a strange dream. It was not that long ago that she washed up on the shore. Shipwrecked and weary, but it seemed like the dream, from which she woke, had carried on longer than the time that had passed.

The storm had lied down and a soft comforting breeze had whispered to her through the trees “It is time to stop running, come home”

And just like that, the Pirate Princess that ran, decided to stop running.

She looked around and started to understand why this place had felt so familiar. She was home, but it looked so much more beautiful than she could remember.

And so she started her long walk back to the town where it all began years ago. Reminiscing her adventures in the meantime. Such wonderful adventures! And even though she decided to stop running, she felt it was time for just one more: The adventure of a lifetime.

She found herself in front of a door. A heavy wooden door. She could still smell the memories she left on the other side of it. The memory of tenderness and of the anxiety that followed. For it was that door that she closed behind her all those years ago. But this time the memories didn’t make her run. She felt the comforting breeze that had carried her here. She saw her reflection in one of the windows. Her adventures had signed their signatures in her eyes, left their footprints in her soul.

And she knew it was time.

So she took out the little treasurebox that she had protected all those years and left it there. On the doorstep of the Navy Captain. And with it she left a promise that upon his return she would hand him the key.

Een LP zonder groeven maakt geen muziek

Terwijl ik mijn verhaal doe met mijn eigen reflectie als publiek, vallen mijn handen mij ineens op. Mijn handen die meegaan met mijn verhalen, ze zetten het niet alleen kracht bij, mijn handen zijn de geleiders die mijn woorden de wereld insturen. Verwonderd kijk ik ernaar. Het valt me ineens op dat ze ouder zijn geworden. Ik kijk op van mijn handen en zie dat mijn lichaam zich langzaam aan het vormen is naar mijn leeftijd. Voorbij de tekening in mijn gezicht zie ik twee ontdeugende ogen schitteren.

De schittering verraad mij mijn vreugde over dit moment.

Uit angst mijn jeugdigheid te verliezen bevroor ik mijn leven in de tijd. Ik verloor mezelf uit het oog toen ik mij vast probeerde te houden aan de oppervlakte van een tijdloze zee, bang te verdrinken. Ik besef dat het nooit het verliezen van mijn jeugdigheid was, waar ik zo bang voor was, maar de oppervlakkigheid ervan. Bang dat ik niet genoeg gewichtigheid bracht om in de wereld te zetten. Niet sterk genoeg de diepte in te gaan.

…en toen ging ik kopje onder…

Ik kijk weer naar mijn handen.

Mijn handen hebben een soort volwassenheid over zich heen gekregen. De stijfheid van de jeugdigheid is er uit. Ze vertellen verhalen van sierlijkheid, waardigheid, wijsheid. Zorgzaamheid, speelse kracht. De littekens verworden tot ervaringen die in het geheel mogen opgaan.

Mijn handen zijn ouder, gewichtiger. Trots bekijk ik ze terwijl ik besef: Ik ben eindelijk op de goeie weg. En mijn verhaal begint net pas…

BEVESTIG MIJN BESTAAN

17 jaar was hij. Of was het 19? Terwijl hij naar buiten geveegd werd leerde zij hem energie herkennen. Niet dat zij dat goed kan, ze is de beste in haar energie te laten stelen, maar het was het einde van de avond en de mensen waren toch warm dus het was een makkelijke oefening.

Een jongen, 17, of misschien 19 op zoek naar zin in het leven vond het bij een vrouw ruim twee keer zijn leeftijd. Een vrouw die hij aansprak op de stenen die zij droeg. Wist hij veel dat het zo levensveranderd zou zijn. Dat hij zó enorm bevestigd zou worden in zijn intuitief bestaan.

Ze glimlachte terwijl ze in het donker hem de weg wees naar zijn eigen licht. Veel deed ze eigenlijk niet. Alleen de bevestiging van zijn bestaan. Een bestaan die hij anders misschien veel te hard had ontkent de komende jaren.

Zelf liep ze door, het donker in. Ze ging op in de nacht, alsof regendruppels je zicht verstoorden. Ze voelde zich fijn in de nacht, daar kon ze tenminste zien. Ze probeerde hem weg te sturen van haar pad.

Haar pad. Ze bewandelde het diepste van haar donkerste nacht. Er was ooit licht geweest. Helder licht, zonlicht, schemering. Altijd waren de dagen lang en nachten kort. Totdat de zon moe werd. Een winterslaap zal het geweest zijn toen de schemering inzette en de ijzige kou haar botten begon in te vriezen. “Goed geconserveerd doet langer leven” nam ze zich voor. En ijzig trok ze verder op zoek naar de lente. Steeds stijver, steeds een beetje moeilijker bewegen. Totdat de warmte als een zachte kus over haar voorhoofd blies met de belofte van de lente. Het eerste wat ontdooide was haar ijzige hart bij het aangezicht van het vriendelijke gezicht van die eerste sprankeling. Die mooie warme sprankeling, vertrouwde bruine ogen. De hoop op de zon bleek het maanlicht die de zee tot een vloed opriep en haar overspoelde met iedere emotie die haar vriezer zo lang voor haar gekoeld had gehouden. De onstuimige zee was haar ontgaan totdat ze er middenin stond. De enige belofte die ze vond in de ziltheid van haar eigen tranen was diezelfde die ooit weer eb zou brengen.

Het was het diepste van haar donkerste nacht terwijl ze daar liep, eerder dat weekend. Nauwelijks opgedroogd van de ziltheid. De pagina’s van het hoofdstuk dat ze wilde sluiten waren net opgedroogd toen hij vanaf het bospad kwam aangelopen. Het vuur in zijn ogen brandde de inkt van haar pagina’s en het enige wat ze hoopte was dat hij de woorden wegbrandde waarmee ze hem verjoeg.

Een koele wind terwijl hij langsliep blies de verkoolde pagina’s weg. Terug, terug. Hoeveel pagina’s had hij haar teruggeblazen? Verloren en met lood in haar schoenen las ze het hoofdstuk waarop hij haar achterliet. Einde jaren ’90, het was een warme kroeg. 17 was je, of misschien wel 19? Niet dat ik je kende. Je energie zou kunnen erkennen of die vertrouwde bruine ogen. Maar misschien ooit, als we twee keer zo oud zijn, dat je mijn leven verandert. Wist zij veel.

The Pirate Princess – CONT’D

Once upon a time there was a pirate princess.
The pirate princess that ran. For her heart was always seeking adventure.
For some time she sailed the seven seas with a drifter, full of stories of magical realms she had never seen. But one faithful night a storm set in and wrecked the boat they were sailing on. The drifter drifted off and the pirate princess went under in the salty raging waters.
She struggled for a while but finally gave in to the feeling of drowning. Her body went limb as she surrendered to the darkness that was starting to fill her lungs.
But her eyes grew big as somewhere in the darkness she saw some sparkling lights.
As she woke up on the shore of a land that was unknown to her, yet strangely familiar, she had no recollection on how she got there.
She was safe. A vague memory of a sweet smile and a huge fishtail was the last she remembered. Something light, something loving, brought her back to shore.

She stood up, but found her body was weary, exhausted. So she wandered looking for a place to rest. And when she found a spot she just laid down. A much needed rest.

She thought about all the adventures she had been on. And somewhere in the back of her mind she found the navy captain. Oh how she wished she could have told him about all the beauty in the world. About all her adventures.
She smiled as she was thinking about that little white rabbit she followed, the seven seas she sailed and her miraculous saving by a mermaid. If only he knew. And she drifted off to sleep.

The tough pirate princess vulnerable in the wild woods of an unknown land.

As she was sleeping, eyes that had gazed from afar started approaching, holding something in its hands. It was the navy captain that laid a blanket upon his princess. Never far away. He had always been there. And asked his friends, the little white rabbit, the mermaid and all the others, to keep her safe.
He was there.
And without her knowing, he took guard that night. 

(Read the original story here: https://www.instagram.com/p/BmXAGexnefZ)

Connections

Ik had ‘m wel gezien, maar niet dat zijn focus op mij stond. Een dame, gestopt midden op de weg, die ik maar net kon ontwijken. Mijn hoofd zei “zo irritant!” mijn gezicht glimlachte naar haar terwijl ik langsfietste en haar mond zei “fiets maar door hoor!”.

Een paar seconden later fietste ze langs mij met haar elektrische fiets en in het voorbijgaan riep ze dat de man mij had achtervolgd vanaf de pont en ze hem had afgepoeierd. En als een engel zonder vleugels verdween ze uit het zicht. De man was verdwenen.

Dagen die zo beginnen vragen om liefdevolle intenties. En met het aanvangen van de lente kon ik mij geen betere intentie bedenken dan de liefde zelf. Niet zomaar liefde, nee de intense kalverliefde. Die verliefdheid die alles in je wakker maakt, je laat stralen, de rupsen in je buik laat ontpoppen als ware vlinders.
Zo’n verliefdheid die je nóg mooier maakt dan je al bent.

Binnen zitten is geen optie met dit weer, maar de brakheid van fietsen, niet weten waar het leven je brengt en pas een dag later weer landen in je huis, maakt weer zo’n toer een dubieus besluit. Dus ging ik winkelen. Liever niet met dit weer, maar sommige dingen moeten gedaan. Het goede weer maakt de meeste mensen opener, dus iedere stap was een verbinding met iedereen om mij heen.

Verhalen van voorbije levens, geesten van het verleden en enthousiaste winkeliers. Als tijd geen voet meer heeft wordt alles mooier en vertelt iedereen een verhaal.

De muziek hard, meezingen op volle borst, een doos verse aardbeien en de gedachte aan zoveel liefdevolle en mooie mensen om mij heen lieten me glunderen, stralen.
En terwijl ik in mijn eigen pretogen kijk, in de achteruitkijkspiegel van mijn auto, besef ik hoe verliefd ik ben. Op mezelf, op het leven.

Hoeveel moeilijke momenten ook, ik zou mezelf nooit willen missen. Wat maken jullie mijn leven bijzonder. Iedere connectie, verbinding, ieder lachend gezicht of lief berichtje op een rebelse post waarmee ik alleen maar wilde laten zien dat ook mijn leven niet alleen maar rozegeur en maneschijn is. Dat Facebook meer kan zijn dan het vergelijken van fantastische levens, een kijkje achter de schermen van die mooie posts.

En terwijl ik op mijn balkon zit met een geopend hart wordt mijn dag afgesloten met mijn Poolse buurmeisje van 2 jaar die haar ouders “Olifantje in het bos” leert.

Intentie , ik ben weer even compleet.
Welterusten voor zo, lieve Facebookvrienden. ❤️🙏🏻

Chasing stories/verhalen vertellen

Een kakofonie van geluiden borrelt op vanuit ieder bubbeltje in mijn cola dat barst.
Met een rietje zuig ik de beat mijn lichaam in.
Ik waan me in een jungle, een rauw primaal instinct dat stampend de nacht wegdanst. De nacht wordt omarmd door regenbogen.
Terwijl de cola wijkt om de bodem van het glas te laten zien verschijnen twee beschilderde tollen.
Draaiend en spinnend tillen ze me op totdat ik bijna de zon kan aanraken.
Bovenop een van de regenbogen voel ik haar warmte liefdevol door mn haren gaan.
De nacht valt in een diepe slaap terwijl ik zacht van haar regenbogen afglijdt en het water in plons.
Kopje onder, stilte.
Het wordt donker, koud.
Het donkere water praat met de zon in mijn haar.
Ze vertellen elkaar de avonturen van een tijdloos bestaan.
Ik bewonder de liefdevolle rimpeling in het water die vanuit de verhalen ontstaan.
De nacht heeft me op haar deining de dag ingebracht.
Ik droog me af en pak een sjoelsteen om met alle verhalen een fort te bouwen.
In mijn fort van verhalen zit een viking.
Zijn ogen zijn gemaakt van het water waar ik net in heb gebaad.
Hij heeft veel te kleine handschoenen aan.
Terwijl ik plaats neem en een sigaret opsteek, zie ik wie hij is.
Het is een wever.
Terwijl de nacht weer verschijnt met haar stille omarming en ik me veilig waan in haar sterke armen begint de viking met te kleine handschoenen te vertellen.
Zijn woorden weven kleuren in de sigarettenrook om me heen.
Ik herken kleuren die ik nog nooit heb gezien.
Ik luister naar de kleuren en vergeet de woorden, die stilletjes via de achterdeur verdwijnen.
De achterdeur!
Ik vergat dat ie open stond!
Ik steek snel een sigaret op zodat de viking met te kleine handschoenen een grond heeft om zijn kleuren in te weven.
Nog een bakkie thee, ik wil niet weg!
Ik volg de kleuren met mijn blauwe ogen en laat ze rusten op het mooiste instrument dat ik ooit zag.
Stralend, in een hoek van mijn zelfgebouwde fort.
Het lijkt op een witte viool.
Wachtend op mijn streling.
Het roept me, het lonkt, en in al mijn macht probeer ik het te bespelen.
Ik tokkel, ik strijk, ik aai.
Maar het instrument lijkt te slapen.
De diepste slaap die ik ooit heb gezien.
Mijn hoofd is bereid de strijd op te geven, maar mijn buik.
Mijn buik verteld van een instrument van kwetsbaarheid die alleen bespeeld kan worden door het leven in te blazen.
Ik neem een diepe teug adem van het leven en speel.
De geluiden van kwetsbaarheid geven mij een toon van de allermooiste lach die ik ooit heb gehoord.
Vanuit mijn tenen beleef ik zijn verhaal en verval uiteindelijk in een diepe slaap.
Ineens weerklinkt de stem van de viking met te kleine handschoenen: en wat is jouw verhaal?

Ruw wordt ik verstoord vanuit mijn droomwereld met een wetenschappelijk boek: dat kan Tante Jennet wel voorlezen. En terwijl ik probeer de meest droge stof vloeibaar te maken aan dat samengestelde groepje van de mooiste kleuters ooit, bedenk ik mij: ik heb geen verhaal. Mijn verhaal is dat ik op de wolk van bewondering leef van het verhaal.
Ik geef het grond, blaas er sigarettenrook in en wacht op de buik van geluk. Mijn verhaal is eenzaamheid in verbinding en avontuur in geluk. Wat is jouw verhaal?

A day with Jay

“Hey!” Klonk het plotseling. Ik zette mijn spuitbus neer en draaide me om naar waar de stem vandaan kwam. De mannenstem onder mn balkon had een jongen naast zich staan.

Het duurde even voor ik hem herkende als de bouwvakker die mij een paar weken ervoor tevergeefs met mijn brommer had zien lopen om ‘m aan de praat te krijgen.

“Dit is mijn zoon, hij is dol op knutselen aan brommers. Als jij je Puch even pakt dan neemt hij ‘m wel mee”

“Ok, blijf staan” antwoordde ik.

Zonder aarzelen liep ik naar binnen en pakte mijn sleutels. 2 minuten later overhandigde ik mijn trots aan de glunderende tiener die nog altijd naast zijn vader onder mijn balkon stond. “Vind je het echt leuk?”

“Ja! Enorm!” zei de jongen. Achter mij hoorde ik de zware toegangsdeur in het slot vallen. Shit. Ik had mijn huissleutels in de hal laten liggen.

Terwijl de man en zijn zoon met mijn brommer aan de hand wegliepen, liep ik om het gebouw heen om bij een van mijn buren aan te bellen.

Mijn pas was licht en mijn grijns groot: Ik besefte heel goed wat ik net had gedaan.

De bovenbuurman stond licht verwilderd met zijn dochter in de deuropening. Hij was zichtbaar opgelucht dat de deurbel alleen was gegaan om de verstrooide buuf van beneden binnen te laten. Een week eerder had hij haar al gered door haar sleutels te vinden en ze twee dagen later terug te geven. Ze had ze in haar voordeur laten zitten en het was te vroeg om aan te bellen dus had hij ze meegenomen.

Na een kort gesprek over mijn moeizame sleutelrelatie liep ik weer naar beneden.

Ik stapte mijn balkon op en pakte de spuitbus weer op. Terwijl ik verder ging met het doek voor me grinnikte ik om mijn interne dialoog.

“Jij maakt ook altijd van alles mee, Jay, hoe kan dat toch?”

“Omdat ik me vol vertrouwen ergens in kan storten”

Tuurlijk weet ik hoe absurd het is om je brommer aan volslagen vreemden te overhandigen, maar ik stem mezelf zo gelukkig met mijn vertrouwen in de wereld. Ik glimlach terwijl ik mijn ratio vertel dat alles goedkomt. Gewoon, omdat ik weet.

Het lijkt een misplaatst soort naiviteit, maar het is het niet. Ik ben zeker dat mijn vertrouwen in de mensheid vandaag gesterkt zal worden. En anders? Mijn blauwe pretogen beginnen te glimmen terwijl ik mezelf antwoord. “En anders heeft het mij alleen maar een brommer gekost”

De basis van mijn doek is af; voor me pronkt een effen gouden vlak.

Ik besef dat de brommer weinig waarde voor me heeft tegenover de ervaring van de oprechtheid van vreemden. Ik weet ook dat ik nogal eens ben gestruikeld in mijn blinde vertrouwen in de medemens. (Hoewel ik nog steeds in die mensen geloof, als ze hun onzekerheid de baas kunnen)

Al die grappen over het trouwen met rijke mannen waren misschien helemaal zo slecht nog niet, als ik zo weinig waarde hecht aan dingen.

Ik sluit de balkondeur en laat het gouden vlak achter om te drogen.

“Vroeg of laat komt er vast een miljonair voorbij om mij te onderhouden in mijn extravagante lifestyle” spreek ik mezelf geamuseerd toe om vervolgens te vervallen in een diepe slaap naast mijn gaskacheltje.