BEVESTIG MIJN BESTAAN

17 jaar was hij. Of was het 19? Terwijl hij naar buiten geveegd werd leerde zij hem energie herkennen. Niet dat zij dat goed kan, ze is de beste in haar energie te laten stelen, maar het was het einde van de avond en de mensen waren toch warm dus het was een makkelijke oefening.

Een jongen, 17, of misschien 19 op zoek naar zin in het leven vond het bij een vrouw ruim twee keer zijn leeftijd. Een vrouw die hij aansprak op de stenen die zij droeg. Wist hij veel dat het zo levensveranderd zou zijn. Dat hij zó enorm bevestigd zou worden in zijn intuitief bestaan.

Ze glimlachte terwijl ze in het donker hem de weg wees naar zijn eigen licht. Veel deed ze eigenlijk niet. Alleen de bevestiging van zijn bestaan. Een bestaan die hij anders misschien veel te hard had ontkent de komende jaren.

Zelf liep ze door, het donker in. Ze ging op in de nacht, alsof regendruppels je zicht verstoorden. Ze voelde zich fijn in de nacht, daar kon ze tenminste zien. Ze probeerde hem weg te sturen van haar pad.

Haar pad. Ze bewandelde het diepste van haar donkerste nacht. Er was ooit licht geweest. Helder licht, zonlicht, schemering. Altijd waren de dagen lang en nachten kort. Totdat de zon moe werd. Een winterslaap zal het geweest zijn toen de schemering inzette en de ijzige kou haar botten begon in te vriezen. “Goed geconserveerd doet langer leven” nam ze zich voor. En ijzig trok ze verder op zoek naar de lente. Steeds stijver, steeds een beetje moeilijker bewegen. Totdat de warmte als een zachte kus over haar voorhoofd blies met de belofte van de lente. Het eerste wat ontdooide was haar ijzige hart bij het aangezicht van het vriendelijke gezicht van die eerste sprankeling. Die mooie warme sprankeling, vertrouwde bruine ogen. De hoop op de zon bleek het maanlicht die de zee tot een vloed opriep en haar overspoelde met iedere emotie die haar vriezer zo lang voor haar gekoeld had gehouden. De onstuimige zee was haar ontgaan totdat ze er middenin stond. De enige belofte die ze vond in de ziltheid van haar eigen tranen was diezelfde die ooit weer eb zou brengen.

Het was het diepste van haar donkerste nacht terwijl ze daar liep, eerder dat weekend. Nauwelijks opgedroogd van de ziltheid. De pagina’s van het hoofdstuk dat ze wilde sluiten waren net opgedroogd toen hij vanaf het bospad kwam aangelopen. Het vuur in zijn ogen brandde de inkt van haar pagina’s en het enige wat ze hoopte was dat hij de woorden wegbrandde waarmee ze hem verjoeg.

Een koele wind terwijl hij langsliep blies de verkoolde pagina’s weg. Terug, terug. Hoeveel pagina’s had hij haar teruggeblazen? Verloren en met lood in haar schoenen las ze het hoofdstuk waarop hij haar achterliet. Einde jaren ’90, het was een warme kroeg. 17 was je, of misschien wel 19? Niet dat ik je kende. Je energie zou kunnen erkennen of die vertrouwde bruine ogen. Maar misschien ooit, als we twee keer zo oud zijn, dat je mijn leven verandert. Wist zij veel.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s