Een kakofonie van geluiden borrelt op vanuit ieder bubbeltje in mijn cola dat barst.
Met een rietje zuig ik de beat mijn lichaam in.
Ik waan me in een jungle, een rauw primaal instinct dat stampend de nacht wegdanst. De nacht wordt omarmd door regenbogen.
Terwijl de cola wijkt om de bodem van het glas te laten zien verschijnen twee beschilderde tollen.
Draaiend en spinnend tillen ze me op totdat ik bijna de zon kan aanraken.
Bovenop een van de regenbogen voel ik haar warmte liefdevol door mn haren gaan.
De nacht valt in een diepe slaap terwijl ik zacht van haar regenbogen afglijdt en het water in plons.
Kopje onder, stilte.
Het wordt donker, koud.
Het donkere water praat met de zon in mijn haar.
Ze vertellen elkaar de avonturen van een tijdloos bestaan.
Ik bewonder de liefdevolle rimpeling in het water die vanuit de verhalen ontstaan.
De nacht heeft me op haar deining de dag ingebracht.
Ik droog me af en pak een sjoelsteen om met alle verhalen een fort te bouwen.
In mijn fort van verhalen zit een viking.
Zijn ogen zijn gemaakt van het water waar ik net in heb gebaad.
Hij heeft veel te kleine handschoenen aan.
Terwijl ik plaats neem en een sigaret opsteek, zie ik wie hij is.
Het is een wever.
Terwijl de nacht weer verschijnt met haar stille omarming en ik me veilig waan in haar sterke armen begint de viking met te kleine handschoenen te vertellen.
Zijn woorden weven kleuren in de sigarettenrook om me heen.
Ik herken kleuren die ik nog nooit heb gezien.
Ik luister naar de kleuren en vergeet de woorden, die stilletjes via de achterdeur verdwijnen.
De achterdeur!
Ik vergat dat ie open stond!
Ik steek snel een sigaret op zodat de viking met te kleine handschoenen een grond heeft om zijn kleuren in te weven.
Nog een bakkie thee, ik wil niet weg!
Ik volg de kleuren met mijn blauwe ogen en laat ze rusten op het mooiste instrument dat ik ooit zag.
Stralend, in een hoek van mijn zelfgebouwde fort.
Het lijkt op een witte viool.
Wachtend op mijn streling.
Het roept me, het lonkt, en in al mijn macht probeer ik het te bespelen.
Ik tokkel, ik strijk, ik aai.
Maar het instrument lijkt te slapen.
De diepste slaap die ik ooit heb gezien.
Mijn hoofd is bereid de strijd op te geven, maar mijn buik.
Mijn buik verteld van een instrument van kwetsbaarheid die alleen bespeeld kan worden door het leven in te blazen.
Ik neem een diepe teug adem van het leven en speel.
De geluiden van kwetsbaarheid geven mij een toon van de allermooiste lach die ik ooit heb gehoord.
Vanuit mijn tenen beleef ik zijn verhaal en verval uiteindelijk in een diepe slaap.
Ineens weerklinkt de stem van de viking met te kleine handschoenen: en wat is jouw verhaal?
Ruw wordt ik verstoord vanuit mijn droomwereld met een wetenschappelijk boek: dat kan Tante Jennet wel voorlezen. En terwijl ik probeer de meest droge stof vloeibaar te maken aan dat samengestelde groepje van de mooiste kleuters ooit, bedenk ik mij: ik heb geen verhaal. Mijn verhaal is dat ik op de wolk van bewondering leef van het verhaal.
Ik geef het grond, blaas er sigarettenrook in en wacht op de buik van geluk. Mijn verhaal is eenzaamheid in verbinding en avontuur in geluk. Wat is jouw verhaal?